woensdag 4 december 2019

Verklaring populariteit Trump: twee culturen, twee soorten betekenis

Hoe is het mogelijk dat leugens en racisme iemand als Trump bij zijn achterban alleen maar populairder maken?

In de Volkskrant van woensdag (31/7/2019) buigt Peter Giesen zich over deze vraag in zijn column: Partij als pinautomaat.

De verklaring is de 'populistische logica', schrijft hij. Volgens politicoloog Jan-Werner Müller plaatst de populistische leider een 'moreel puur en volledig verenigd volk tegenover elites die worden veroordeeld als corrupt of anderszins moreel inferieur'. Natuurlijk is dat een fictie.

Inderdaad, maar waarom is een belangrijke minderheid van de bevolking (tot wel 40% of meer) geneigd die fictie te geloven?

Het empirische onderzoek naar fascisme dat tijdens de Tweede Wereldoorlog begon, heeft tenslotte het antwoord op deze vraag geleverd. Het gaat om twee onderliggende persoonlijkheidsfactoren (sociale dominantie en autoritarisme) waarvan de resultante gemeten wordt als bevooroordeeldheid. De maat die standaard gehanteerd wordt om agressie en discriminatie te meten.

Wat betekent dat? Aanhangers van mensen als Trump zoeken in een machtige groep macht, status en veiligheid. Ze worden aangetrokken door vooroordelen, discriminatie, agressie, corruptie, misdaad, geld, macht en seks.

Dat is wat hen motiveert. De morele puurheid die ze zo stellen te bewonderen, is in werkelijkheid slechts een manier om de eigen immoraliteit te verhullen.


Moreel willen handelen of 'moreel' willen overkomen

Dit laatste punt behoeft misschien enige toelichting. Hoe is het mogelijk dat je 'moraliteit' idealiseert, terwijl je in werkelijkheid vaak volstrekt niet moreel handelt?

Omdat te begrijpen, moet je je realiseren dat mensen door de evolutie als het ware ontworpen zijn om in twee totaal verschillende omgevingen te functioneren en te overleven. Wie moet overleven door op de Natuur voedsel te veroveren, heeft te maken met een harde leermeester die zich niets aantrekt van 'mooie' praatjes. Voor boeren en ambachtslieden gaat het dus om objectieve juistheid. Wanneer hun denken niet klopt met de harde realiteit, kan dat grote negatieve gevolgen hebben.

Voor mensen die in dienst zijn van een Heer of Vorst is echter hun status in de machtige groep doorslaggevend. Hun leider bepaalt, wat ze krijgen. Ze hebben te maken met subjectieve juistheid. Het oordeel van hun leider is bepalend.

In het eerste geval is het belangrijk om objectief juist te handelen. In het tweede geval is dat niet relevant. In dit geval is alleen van belang hoe ze overkomen bij hun leider. Met andere woorden: van belang is dat ze het juiste verhaal ophangen. Je hoeft niet moreel te handelen, maar je moet de ander ervan overtuigen dat je een uiterst moreel mens bent.

De betekenis van de gehanteerde woorden is dus totaal anders. In het ene geval betekent 'moraliteit' objectief juist handelen. Dus: handelen volgens bepaalde normen. In het andere geval is 'moraliteit' slechts een woord dat bedoeld is om bij de toehoorder positieve gevoelens op te roepen.

Een treffend voorbeeld van deze manier van denken, levert het interview van de BBC met prins Andrew (hier) over het Epstein-schandaal. De prins slooft zich in het interview uit om te benadrukken dat hij vooral steeds eervol wil handelen. In werkelijkheid lijkt zijn gedrag, zich laten onthalen door een rijke kennis die knappe meiden regelt, vooral het tegenovergestelde. Het verhaal is mooi, de realiteit het tegenovergestelde. Men zegt A, men doet B.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten