Laatst aangepast: 12/12/2022 om 1.17 uur
In mijn vorige blogpost (De discriminatie-politie ziet een discriminerende oude dame) ging het om een verondersteld discriminerende hofdame en een zwarte mevrouw die zich gediscrimineerd voelde. De journalisten van Nu.nl zagen hierin discriminatie, die ik niet zag. Ze dachten kennelijk dat wat je voelt er ook beslist in werkelijkheid moet zijn. Een idee dat empirische wetenschappers en ik, niet delen.
Wat de zaak nog vreemder maakte, was dat de lezers van het artikel op Nu.nl die reageerden, die discriminatie in overgrote meerderheid ook niet zagen. Het waren in dit geval dus echt de journalisten die de kluts wat kwijt leken te zijn.
De journalisten van Nu.nl bleken in hun geloof niet alleen te staan. Wie op de site van de BBC gaat zoeken op dit voorval, ziet een stortvloed van artikelen met dezelfde strekking: de zwarte mevrouw is gediscrimineerd, dat is een schande en de lezers moeten dat vooral heel goed begrijpen.
Het is alsof de lezers alleen volledig overtuigd kunnen worden, door er een eindeloze hoeveelheid artikelen over te schrijven, waarin het veronderstelde als feit wordt aangenomen en voorgesteld. Ik geef de link naar vier van die artikelen: https://www.bbc.com/news/uk-63865890, https://www.bbc.com/news/uk-63850466, https://www.bbc.com/news/uk-63810468, https://www.bbc.com/news/uk-63819482.
Wat mij in die artikelen opvalt, is dat 'charity boss' Ngozi Fulani niet alleen voortdurend de hoofdrol lijkt te spelen en de slachtofferrol, maar dat ze kennelijk ook vaak de belangrijkste bron voor het artikel vormde. Het is alsof ze zo weet te communiceren, dat journalisten onmiddellijk voelen dat zij de absolute waarheid vertegenwoordigt.
Iets dat mij helaas nooit lukt. Ook al klamp ik me nog zo zeer aan de harde feiten vast, journalisten hebben bij mij iets in de trant van: ha, ha, het zal wel. Je denkt toch niet dat wij dat geloven! Mevrouw Fulani heeft kennelijk iets, dat ik volledig mis.
En kennelijk sta ik op dit punt niet alleen. Ook tussen de redactie van Nu.nl en de lezers/reageerders daarvan bestaat in dit geval immers die merkwaardige tweedeling. De redactie weet het zeker en probeerte dat uitgebreid te communiceren, maar de reagerende lezers zien het niet.
Het lijkt er dus op dat journalisten in dit geval onmiddellijk zien, wat mevrouw Fulani eigenlijk vooral voelde, terwijl hun lezers dat wat mevrouw Fulani voelde, niet zien. De ene soort mensen ziet iets en de andere soort mensen ziet het met de beste wil van de wereld niet.
Het is alsof je over 'God' praat. Sommige mensen weten zeker dat 'God' overal om ons heen is, terwijl anderen volstrekt zeker weten dat hij (of het) natuurlijk helemaal niet bestaat.
Maar ook het omgekeerde kan gebeuren. Je kunt iets zien en waarnemen, maar vervolgens weet een bepaald soort mensen eigenlijk vrijwel zeker dat je niet gezien hebt, wat je denkt gezien te hebben.
Laat ik een merkwaardig voorval rapporteren uit deze laatste categorie. Ik zie iets en vervolgens doet bijna iedereen die ik aan zijn jasje trek alsof het niet zo is. Op basis van mijn woordelijke verslag is men niet in staat zich er iets bij voor te stellen. Men is niet in staat in actie te komen. Mijn waarneming komt niet over.
Ik zag het wel, maar zij niet, hoe ik me ook inspande
Hier is het verhaal. Ik ben aan het einde van de afgelopen zomer in een groot en stil natuurgebied vlak bij Groningen (de Onlanden, het westelijk deel) aan het suppen. Het is op het einde van de dag en weer eens bloedheet. Opeens schiet in het water voor mijn sup iets groots weg. Ik kijk natuurlijk en kan voor me in het water, onder het wateroppervlak, twee reptielpoten zien met het lijf daartussen. Voor wie het precies wil weten: het waren de linkerpoten, want het dier schoot naar links weg. De afstand tussen beide poten was iets van 75 centimeter of meer. Je zou dus verwachten dat het totale beest een twee meter of langer zou moeten zijn. Het dier zwom kennelijk met de staart, die ik niet kon zien en stuurde met de poten, want de poten stonden uit en lagen niet langs het lichaam. De poten werden ook niet gebruikt voor de voortbeweging. Het dier ontwikkelde een stevige snelheid. Het schoot echt weg.
Ik denk dus een krokodil of iets dergelijks gezien te hebben en rapporteer mijn waarneming enkele dage later aan diverse instanties. Per slot van rekening is dat niet, wat je als eenzaam supper in een groot, stil natuurgebied hoopt tegen te komen.
Vervolgens maak ik iets mee, dat eigenlijk veel gekker is dan wat kennelijk een te groot gegroeid dier is dat door de eigenaar gedumpt is. Mensen lijken het zeker te weten: dat kan niet, zonder dat zo te formuleren. Ik kan geen krokodil gezien hebben, want dit is Nederland en daar hebben we die gewoon niet. Alleen de krokodillenexpert en de reptielenexpert denken er onmiddellijk heel anders over. Ze zien als het ware niet alleen het beest dat ik beschrijf, maar vooral ook de problemen die dat oplevert.
Samenvattend: ik zie dus in dat korte moment iets, maar de mensen van de diverse instanties die ik daarna probeer te alarmeren, zien het niet, Ze komen tenminste niet in actie.
Hier heb je dus precies het omgekeerde geval. Ik zie daadwerkelijk iets en rapporteer dat, maar de mensen die mijn verhaal horen of lezen kunnen zich er niet echt iets bij voorstellen. Je bent geneigd te zeggen: ze kunnen het niet geloven. Iets dat ik ze niet kwalijk neem, maar ze nemen ook niet de moeite om mijn melding te onderzoeken. Ze weten dus bij voorbaat: dat is natuurlijk niet zo. Anders geformuleerd: ze geloven iets en mijn verslag is niet in staat dat geloof aan te tasten.
Waarom hebben de krokodillenexpert en de reptielenexpert dan geen problemen met mijn verhaal? Wat zij geloven is als het ware iets heel anders. Ze weten over krokodillen het nodige en mijn verhaal past in dat geloof. Ik vertel ze als het ware niet echt iets nieuws.
Twee soorten waarheid, twee culturen
Wat betekent dit? De verklaring is simpel. Mensen hanteren twee verschillende soorten waarheid. Aan de ene kant hebben we mensen die geloven wat door hun groep verteld wordt en geloofd wordt. Aan de andere kant hebben we mensen die alleen geloven wat we kunnen zien en waarnemen. Daar tussenin zit natuurlijk de grote groep die soms het ene doet en dan weer het andere.
Het idee van de twee culturen (alfa's en bèta's) is ouder, maar is inmiddels door de resultaten van het empirische onderzoek naar discriminatie bevestigd, zou je kunnen zeggen. Het grote verschil tussen die twee verschillende culturen kunnen we meten. Het is de mate van bevooroordeeldheid: de mate waarin mensen instemmen met een reeks populaire vooroordelen.
Wat meten we met bevooroordeeldheid (prejudice)? De mate van irrationeel geloof. Als ik geloof dat morgen de zon opkomt, is dat ook een geloof, maar het is niet irrationeel. Er zijn goede gronden om te denken dat morgen de zon weer opkomt. Maar als je bijvoorbeeld gelooft in samenzweringstheorieën, scoor je wel hoog op bevooroordeeldheid. Of als je op mensen als Trump stemt of daar enthousiast over bent.
Als je het dus over bevooroordeelde mensen hebt, heb je het over Trump-stemmers en over de mensen die in 1932 enthousiast voor Hitler kozen. En over fundamentalistisch gelovigen.
Bestaat er experimentele bevestiging voor het zien van dingen die er niet zijn? Ja, die is er en dat onderzoek is zelfs vele malen gerepliceerd met steeds soortgelijke uitkomsten. Solomon Asch liet zijn proefpersonen rapporteren wat ze zagen, terwijl de studenten om hen heen iets anders beweerden. Bijna al zijn proefpersonen zagen onder deze omstandigheden soms iets, dat er niet was. Ze rapporteerden dan niet wat ze zagen, maar wat ze hoorden.
De grote ontdekking van Asch was echter, maar bijna niemand weet dit, dat het om een persoonsvariabele gaat. Sommige mensen gaan nooit met de groep mee, anderen altijd en de meesten zo af en toe. Hoe vaak iemand van het totale aantal keren met de groep meegaat, kunnen we meten en is voor iedereen een vast percentage. Vergelijk het met lengte. Je wordt niet opeens een stuk langer of korter, zo is het ook met dit percentage. Het ligt vast, je kunt het niet zo maar wijzigen, zelfs niet als je zou willen.
De verklaring voor het zien van dingen die er niet zijn, is dus dat veel mensen meegaan met de groep. Ze rapporteren niet wat ze zien, maar wat hen verteld wordt. Ook de verklaring voor het niet zien van dingen die er wel zijn, is hetzelfde. Omdat veel mensen meegaan in hun oordeel met de groep, rapporteren ze niet, wat ze kunnen zien, maar wat hun groep beweert en gelooft.
De reactie die daarna het meeste respect opleverde (436), was van Jan_Willem_Van_Hoogenhuizen en luidde: